Beplanting bij de erfgrens
Het is op basis van het burenrecht niet geoorloofd binnen een bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.
Op basis van artikel 5:42 lid 2 BW is het niet geoorloofd binnen twee meter van de erfgrens bomen te hebben, gerekend vanaf het midden van de voet van de boom. Voor heesters en heggen geldt een afstand van een halve meter.
Het doel van dit wetsartikel is het voorkomen van overlast met de buren. In de eerste plaats kunnen bomen, heggen en heesters de toevoer van licht, uitzicht en lucht belemmeren. In de tweede plaats kan het vallen van bloesems, bladeren en vruchten overlast veroorzaken. Verder kunnen bomen, heggen en heesters de vruchtbaarheid van de bodem aantasten, door onttrekking van voedsel en vocht.
Stel dat een boom, heester of heg wel op de juiste afstand van de erfgrens staat, kan dit dan toch ongeoorloofd zijn? Dat kan inderdaad het geval zijn, als er sprake is van onrechtmatige hinder.
Wanneer is beplanting bij de erfgrens wel toegestaan?
Plaatselijke gewoonte
Om van een plaatselijke gewoonte te kunnen spreken, dient aan twee voorwaarden te worden voldaan. In de eerste plaats moet er sprake zijn van een herhaling van feiten. In de tweede plaats moet de gedragslijn in kringen van betrokkenen als bindend worden beschouwd.
Verordening
De afstand van bomen, heggen en heesters wordt vaak in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente nader bepaald (geringere afstand toegestaan). De toegestane afstand van beplanting tot de erfgrens is dus niet in elke gemeente gelijk. Een gemeente kan zelfs bepalen dat beplanting op de erfgrens mag staan.
Erfdienstbaarheid
Indien buren toestemming hebben gegeven voor het planten van bomen, heggen of heesters op een kortere afstand van de erfgrens dan de wet voorschrijft en deze toestemming vervolgens wordt ingeschreven in de openbare registers, dan is er nog geen sprake van het vestigen van een erfdienstbaarheid. Toestemming geven is volgens de wet namelijk een eenzijdige rechtshandeling, maar voor het vestigen van een rechtsgeldige erfdienstbaarheid is een meerzijdige rechtshandeling nodig. Het is wel mogelijk dat een erfdienstbaarheid als gevolg van verjaring is ontstaan.
De vraag kan worden gesteld wanneer de verjaringstermijn begint te lopen, bij eventuele verkrijging van een erfdienstbaarheid om beplanting binnen de wettelijke afstand van de erfgrens te mogen hebben. Volgens het oude recht begon de verjaringstermijn te lopen zodra de bomen, heggen of heesters waren geplant. Naar huidig recht begint de verjaringstermijn in beginsel eerst te lopen op het moment dat de bomen hoger reiken dan de scheidsmuur. Als er geen scheidsmuur tussen de erven aanwezig is, gaat de verjaringstermijn in op het moment dat de bomen, heggen of heesters zijn geplant.
Het enkele feit dat beplanting altijd al te dichtbij de erfgrens heeft gestaan, is onvoldoende om te stellen dat er dan een erfdienstbaarheid door verjaring is ontstaan. Daar is namelijk meer voor nodig. Een erfdienstbaarheid kan door verjaring worden verkregen als er sprake is van bezit. We mogen de verkrijging van een erfdienstbaarheid niet verwarren met het feit dat de nabuur zich na 20 jaar niet meer kan verzetten tegen beplanting die te dicht op de erfgrens staat. Dit wordt bevrijdende verjaring genoemd. Als er zowel sprake is van bevrijdende verjaring als van bezit, dan is er een erfdienstbaarheid ontstaan om beplanting binnen de wettelijke afstand aanwezig te mogen hebben. De nabuur kan dan geen verwijdering meer vorderen.
Beplanting niet hoger dan de scheidsmuur
Het naburige erf is een openbare weg of openbaar water
Het verbod om beplanting binnen de wettelijke erfgrens te hebben geldt niet indien het naburige erf een openbare weg of openbaar water is. Deze bevoegdheid is echter niet altijd onbeperkt, aangezien de beplanting onverenigbaar kan zijn met de bestemming van openbare weg. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verkeersveiligheid.
Wat kunt u doen als bomen, heesters of heggen buiten de wettelijke grens staan?
Stel dat bomen, heesters of heggen keurig buiten de wettelijke grens staan, staat u dan machteloos? Nee, maar dan moet de vordering worden gebaseerd op artikel 5:37 BW (onrechtmatige hinder) of artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad). Denk bijvoorbeeld aan het ontnemen van lucht, licht of uitzicht.
Wat kan er worden gevorderd?
In de eerste plaats kan de benadeelde vorderen dat de beplanting die te dicht bij de erfgrens staat wordt verwijderd. Ga dus niet zelf aan de slag, want het eigenmachtig verwijderen van beplanting van de buren is onrechtmatig. In de tweede plaats kan schadevergoeding worden gevorderd. Dit kan echter alleen voor zover er schade is ontstaan na het tijdstip waartegen tot opheffing van de is aangemaand.
U bent bij mij aan het juiste adres voor juridisch advies beplanting bij de erfgrens over o.a.
- Overlast door bomen, heesters of heggen
- Advies over verjaring en/of erfdienstbaarheid
- Onrechtmatige hinder door bomen
- Vragen over schadevergoeding
- Opstarten procedure verwijdering van beplanting
Neem direct gratis en vrijblijvend contact op
Neem gratis contact op
Maandag t/m vrijdag van 9:00 uur tot 20:00 uur.
Zaterdag van 10:00 uur tot 16:00 uur.
06-43 54 35 17
stuur een e-mail